Het StarLink incident

(samengevat door Chris Hayes, NPG op 7 november 2000, aanvulling februari-april 2001)

In september 2000 werd bekend dat het genetisch gemanipuleerde StarLink maïs in de supermarkten terecht is gekomen. Deze maïs is in de VS alleen toegelaten in diervoer of voor industriële toepassingen. De controle over de voedselveiligheid in Amerika staat ter discussie.

 

Achtergrond
In de tachtiger jaren ontwikkelden onderzoekers uit België een manier om maïs het Bt-gif te laten produceren. Eén van de varianten, het zogenaamde Cry9C eiwit, werd niet toegelaten voor gebruik in levensmiddelen, omdat niet uitgesloten kon worden dat dit eiwit allergische reacties veroorzaakt. Het Cry9C eiwit werd nader bekeken omdat het niet meteen wordt afgebroken bij verteringsproeven. Andere biotech eiwitten worden volgens het Environmental Protection Agency (EPA) wel vrij snel afgebroken. Volgens EPA, die de keuring doet in de VS, is de kans dat het eiwit allergische reacties veroorzaakt heel klein [i] , maar verder onderzoek werd noodzakelijk geacht.

Aventis vroeg daarom in de VS voorlopig om toelating van de maïs voor ander gebruik dan voor menselijke consumptie, dus als diervoer en voor industriële producten zoals ethanol (alcohol). Ze verwachten dat de maïs later wel toegelaten zal worden voor menselijke consumptie.

In 1998 krijgt Aventis toestemming om de maïs onder die voorwaarde te verkopen in de VS. Het is de eerste keer dat het EPA onder deze voorwaarde een genetisch gemodificeerd gewas toelaat. Een voorwaarde was dat Aventis haar klanten zou vertellen dat StarLink maïs zowel in het veld als in de opslagsilo’s gescheiden moest blijven van andere maïs.

Vanaf 1998 verkoopt Aventis CropScience de StarLink maïs in de VS, omder 11 verschillende handelsnamen. Dit jaar werd het verbouwt op 340,908 acres, voornamelijk in Iowa, Nebraska en andere Great Plains-staten

Milieugroep toont eiwit aan in supermarkt
Milieugroeperingen  twijfelden meteen al of het EPA in staat was de verschillende soorten maïs gescheiden te houden. Daarom hield het Genetically Engineered Food Alert, een coalitie tegen biotechnologie, afgelopen juli 2000 een steekproef. Ze kochten 23 producten waar maïs in is verwerkt: cornflakes, maïzena, taco’s, koekjesmixen en kant-en-klaar maaltijden. Een laboratorium  (Genetics ID, Iowa) zocht naar het Cry9C eiwit, en vond het in de Tacoschelpen van Kraft Food. Voor de zekerheid doen ze de test nog een paar keer over, want ze realiseren zich dat het grote gevolgen zal hebben voor Aventis, voor het consumentenvertrouwen en voor boeren.

Op 18 september maakt de coalitie de besmetting bekend. De eerste reacties zijn kritisch. Het laboratorium zou een slechte naam hebben, suggereerde Aventis. Maar vervolgtesten door Kraft Foods bevestigen de beschuldiging. Het blijkt dat de FDA nog helemaal niet testte hierop. Het FDA en de EPA vermoeden op dat moment dat het eiwit in de maïs is gekomen door kruisbestuiving. StarLink maïs moet minstens ca 200 meter van de maïs afstaan om dit te voorkomen.

De besmetting zou geen gevolgen hebben voor de volksgezondheid. Maar mensen zien dat de voedselveiligheid niet meer veilig is in handen van de EPA.

Internationaal komt er ook kritiek. Japan, de grootste maïsklant van de VS,  heeft aangekondigd over te stappen op maïsleveranciers als China en Argentinië als de VS niet kunnen garanderen dat hun maïs vrij is van StarLink. De Europese Commissie spreekt ook haar zorg uit over de regelgeving in de VS en vraagt zich af of de VS kan garanderen dat er geen GMO gewassen naar Europa komen.

Deze reacties zijn belangrijk omdat gebleken is dat de Amerikaanse boeren zich zeer bewust zijn van de kritische houding die hun afzetmarkt heeft ten opzichte van genetisch gemanipuleerde gewassen..

De reacties van Aventis

Onder druk van de EPA stopt Aventis met de verkoop van StarLink maïs.

Verder verzekert Aventis dat de maïs wel degelijk veilig is.

Aventis zegt verder toe alle maïs op te kopen waar de StarLink maïs in terecht is gekomen. Samen met overheidsinstantie USDA sporen ze de boeren op die de maïs verbouwen, en de distributeurs die het in handen hebben gekregen. De namen worden niet bekend gemaakt, ook niet aan biologische boeren, die willen weten of er stuifmeel op hun maïs terecht gekomen kan zijn. Er is nog 1.2 miljoen bushel zoek.

Aventis betaalt 25 dollarcent premie per bushel. De schatting van de kosten loopt uiteen. Aventis hoopt dat het minder dan 100 miljoen US dollar zal kosten, maar er worden schadeclaims verwacht van voedselproducenten en consumenten, en dat kan het bedrijf nog meer kosten. Zo zijn er twee mensen die claimen dat ze ziek zijn geworden van de Tacoschelpen van Kraft. Boeren, graanopslag- en verwerkingsbedrijven en de voedselindustrie hebben buiten hun schuld financiële schade geleden.

De verantwoordelijkheid wordt misschien gedeeld door Aventis, zaadbedrijven en hun verzekeraars.

Aventis vraagt om tijdelijke vergunning
Om verdere onkosten te voorkomen heeft Aventis de EPA gevraagd om StarLink tijdelijk toe te laten voor menselijke consumptie. Ze willen vergunning voor vier jaar; zo lang duurt het voor de StarLink maïs helemaal uit de voedselverwerkende keten is.

Het EPA heeft beloofd dat er een strikte en openbare wetenschappelijke beoordeling komt voordat ze die vergunning geven.

Het beleid in de VS is al aangepast. Iedereen is het er nu over eens dat beperkte toelating een grote fout was. “Het was niet te handhaven” zegt Stephen Johnson van EPA. “de veiligheidsvoorzieningen faalden omdat het bedrijf zich niet aan de vergunning hield.” Sommige boeren wisten helemaal niet dat ze deze maïs apart moesten houden. Anderen hebben het misschien niet verteld aan de opslagbedrijven. Door één lading StarLink zal een silo van tientallen tonnen maïs besmet raken.

Aventis wil geen commentaar geven over de mate van verantwoordelijkheid van het bedrijf, maar een woordvoerster zij wel dat ze voor een dergelijk product alleen nog vergunning zullen aanvragen als een middel is goedgekeurd voor menselijke consumptie.

Critici zeggen dat dit incident aantoont dat het vergunningenstelsel voor biotechnologie zwak is, en dat we onze veiligheid niet kunnen toevertrouwen aan de bedrijven of de overheid.

(Jane Rissler, biotechnologiecriticus van de Union of Concerned Scientists in Washington)

Gordon Couger, een boer die veel te maken heeft met maisverwerkende bedrijven is ook kritisch: op dit moment zijn er vele momenten dat maïs-ladingen verwisseld kunnen worden. Waarbij hij opmerkt dat het de eco-freaks volgens hem helemaal niet gaat om etikettering maar om protectionisme; bescherming van de Europese markt, net als in zijn ogen het niet toelaten van hormonvlees.

Opinieonderzoek

Hoban van de NCSU heeft een opinieonderzoek gehouden waaruit volgens hem blijkt dat de consument geen strengere regelgeving vraagt.

Maar volgens een peiling van Reuters/Zogby zegt ruim 54% van de Amerikanen dat de dit incident aangeeft dat de voedselveiligheid niet goed is, 24.9 procent maken zich er geen zorgen over en 19,7 procent had er niets over gehoord.

Precies een op de drie vindt dat boeren geen gentech gewassen meer mogen verbouwen. 39,2 procent is daar wel voor, de rest weet het niet.

Diverse bronnen, waaronder

[genetnl 16 okt 2000 20:04:50, ][ New Concerns Rise on Keeping Track of Modified Corn

http://www.nytimes.com/2000/10/14/science/14FOOD.html ]



[i] Volgens Susan Hazen van het EPA is de kans op reacties laag omdat 1) ze niet gelooft dat Cry9C allergeen is, 2) er heel weinig van het eiwit is en 3) voor een allergische reactie mensen een tijdlang blootgesteld moeten zijn aan het eiwit

Aanvullingen februari - april 2001