Titel: Gentechvoedsel of honger?
Datum:
10 juli 2001
Bron: Stichting Consument en Biotechnologie
Via: Email Nieuwsbrief nr 21/2001

Gentechvoedsel of honger?
Het jaarrapport van de UNDP zegt dat nieuwe technologieën de ontwikkeling van de mensheid kunnen versnellen. Met name de biotechnologie kan veel betekenen in ontwikkelingslanden.

Gentechvoedsel of honger?

Het jaarrapport van de VN ontwikkelingsorganisatie UNDP laat zich dit jaar uit over de betekenis van nieuwe technologieën, met name de gentechnologie, bij het reduceren van de armoede op de wereld. Het rapport zegt dat 'nieuwe technologieën de ontwikkeling van de mensheid kunnen versnellen. Maar, er is nog een lange weg te gaan voordat de vele mogelijkheden van de biotechnologie werkelijkheid worden.'

In het rapport zegt de VN dat biotechnologie veel kan betekenen op het gebied van de gezondheid en van de landbouw. 'Biotechnologie heeft de mogelijkheid om betere vaccines en behandelingen te ontwikkelen voor AIDS, malaria, kanker, hartziekten en neurologische aandoeningen. Op het gebied van de landbouw belooft de biotechnologie hogere opbrengsten van landbouwgewassen en resistentie tegen droogte, ziekten en ongedierte.' Hierbij worden vele voorbeelden genoemd en weinig referenties.

Wat betreft de bijdrage van biotechnologie aan het oplossen van het wereldvoedselprobleem zegt het VN rapport het volgende:

'Elke techniek heeft zijn voor- en nadelen, sommige zijn niet goed te voorspellen. Er moet daarom een goede risisco-management zijn: de voordelen moeten gemaximaliseerd worden, terwijl de nadelen geminimaliseerd moeten worden. Als de risico-management van een land goed is, dan zal het land de mogelijke risico's goed in kunnen perken en kunnen profiteren van de voordelen.

Het probleem van ontwikkelingslanden is dat zij geen goede risico-management hebben. Er is een tekort aan getraind personeel, te weinig geld en slechte communicatiestrategieën. Op zichzelf kunnen ontwikkelingslanden dus zelden nieuwe technologieën aannemen. Zij moeten leren van technologische leiders, ze moeten de mogelijkheid hebben om onderzoeksmogelijkheden uit te breiden en ze moeten het publiek erbij betrekken.'

Over het betrekken van het publiek bij het debat over gentechnologie zegt het rapport: 'De publieke mening is erg belangrijk bij de inbreng van nieuwe technologieën. Het debat is afhankelijk van het vertrouwen van het publiek in regulatoren en de claims van de voor- en tegenstanders. Positieve termen als Gouden Rijst en Magische Zaden en negatieve termen als Frankensteinfoods en Genetische Vervuiling overdrijven aan weerszijde van het debat. Dit maakt een objectief debat zo moeilijk! Degenen die het hardst schreeuwen bepalen het debat, niet degenen die iets winnen of verliezen bij de nieuwe technologie. Er wordt dan ook vaak voorbijgegaan aan wat de mensen in ontwikkelingslanden nu eigenlijk willen.

Het Center of International Development van de Harvard University heeft deze maand een rapport geschreven over de houding van het publiek ten aanzien van landbouw biotechnologie in ontwikkelingslanden. Maatschappelijke organisaties uit Mexico en de Filippijnen zijn ondervraagd over hun mening over biotechnologie. De respondenten blijken biotechnologie een goed middel te vinden om de huidige problemen op het gebied van de landbouw in ontwikkelingslanden aan te pakken. Zij maken zich, in tegenstelling tot de Westerse landen, weinig zorgen over gezondheidsrisico's voor de consument. Zij maken zich wel zorgen om de controle van de technologie en het potentiële effect op de rijke biodiversiteit van hun land. In plaats van simpelweg transgene gewassen te importeren, zouden Mexico en de Filippijnen deze gewassen liever in hun eigen land ontwikkelen. Op deze manier kunnen zij ze 'op maat' maken, want in ontwikkelingslanden kunnen de omstandigheden lokaal erg verschillend zijn.

Het Human Development Report kan gedownload worden vanaf http://www.undp.org/hdr2001/
Het rapport van de Harvard University is te vinden op: http://www2.cid.harvard.edu/cidbiotech/dp/discussion_aerni.pdf